Het tableau bestaat uit een aantal kasten van ongeveer 50 cm breed (oudere tableaux hebben grotere kasten). Aan deze kasten zijn panelen van 100 cm hoog bevestigd. Voor kleinere emplacementen worden panelen van ongeveer 70 cm hoogte gebruikt (Hilversum, Zevenaar). Voor Rotterdam CS werden panelen van ongeveer 130 cm hoogte gebruikt. Op deze panelen staat een gestileerde afbeelding van het emplacement met daarop verschillende bedieningsknoppen.
In onderstaande tekening van een deel van het tableau van Hengelo, staan verschillende onderdelen benoemd van het NX tableau:
Bediening en signalering.
Als een trein het beheersgebied van de post binnenkomt brandt er in de aankondigingsknop een geel licht en er gaat een zoemer af. Na het indrukken van de knop zwijgt de zoemer. Het lampje dooft als het sein uit de stand stop komt. Nu moet er een rijweg worden ingesteld. Dit kan op verschillende manieren.
Normale rijweg
Door eerst de beginknop te drukken en daarna de eindknop te drukken komt een normale rijweg
tot stand. Om deze rijweg te herroepen hoeft simpel weg de betreffende beginknop uitgetrokken te
worden. Is er bij de rijweginstelling nog sprake van een stop-door schakeling dan dient nadat de
beginknop gedrukt is de knop 'stop' of 'door' gedrukt te worden en tenslotte de eindknop.
Eindknoppen hebben normaal een zwarte kleur. Bij een spoor zonder bovenleiding is de eindknop
blauw. Bij kans op gevaar is de eindknop rood.
Bij sommige installaties is het ook mogelijk om in één handeling een rijweg in te stellen waarbij ook tussenliggende seinen uit de stand stop komen. Dit kan door de beginknop aan het begin van de rijweg drukken en de laaste eindknop. Dit wordt doorkoppelen genoemd.
Rijweg met beperkte snelheid
Voor een rijweg met beperkte snelheid dient in plaats van de beginknop te drukken, de beginknop
naar onder gedraaid te worden en daarna de op eindknop te drukken. Om deze rijweg te herroepen moet
de beginknop weer naar de normale stand toe gedraaid worden. Hierbij dient vermeld te worden dat bij
nieuwere NX-installaties van na 1960 het sein automatisch weer op onveilig komt na het passeren van
een trein. Na het passeren dient dan nog wel de beginknop gedraaid te worden naar de normale stand.
Bij oudere installaties moet na het passeren zelf het sein weer op onveilig gezet worden, hier is
dus sprake van 'herroepen' nadat een trein het sein heeft gepasseerd.
Een uitzondering hierop was de NX-installatie van Amersfoort, de beginknoppen konden niet gedraaid worden. Een rijweg met beperkte snelheid kwam hier op dezelfde manier tot stand als het instellen van een normale rijweg. Alleen op een aantal belangrijke sporen zat na de beginknop een geel gekleurde eindknop die extra gedrukt moest worden bij een rijweg met beperkte snelheid.
Automatisch
Voor het automatisch stellen van seinen (geldt alleen voor seinen op doorgaande sporen op kleinere
emplacementen, bijvoorbeeld Lisse, moet de beginknop omhoog gedraaid worden en daarna de eindknop gedrukt
worden.
Bij sommige emplacementen zoals Amsterdam Muiderpoort kon door middel van één enkele knop het hele emplacement (alle doorgaande sporen) automatisch gesteld worden. Hierbij hoefde niet alle beginknoppen apart omhoog gedraaid te worden en de einknoppen gedrukt te worden.